juli 2019 Garden Route - Reisverslag uit Barberton, Zuid-Afrika van Inge en Pieter Heijnen-van Jaarsveld - WaarBenJij.nu juli 2019 Garden Route - Reisverslag uit Barberton, Zuid-Afrika van Inge en Pieter Heijnen-van Jaarsveld - WaarBenJij.nu

juli 2019 Garden Route

Door: Inge en Pieter

Blijf op de hoogte en volg Inge en Pieter

27 September 2020 | Zuid-Afrika, Barberton

Rondreis Zuid-Afrika : 4 juli 2019 – 8 augustus 2019
Deel 1: Garden route

Donderdag 4 juli
De afgelopen dagen hebben we opgeruimd en ingepakt. De verhuiswagen heeft veel spullen meegenomen, wij hebben ook veel verkocht en weggegeven. Afscheid van Barberton met al zijn lieve mensen. Gisteren hebben we de Bushlapa afgezet bij het verhuisbedrijf en vannacht geslapen bij ‘All over Africa’ Guesthouse in Jo’burg (Kempton Park). Het is koud in Jo’burg. Ik, Inge, neem ’s-ochtends een hete douche. We ontbijten met druifjes en een rusk. We stoppen/stouwen de spullen terug in de toch al bomvolle auto. Gelukkig is het maar een klein stukje naar Maui campers. We rijden rond 9 uur weg. Maui zit aan een weinig bijzondere weg. We mogen plaats nemen in een ruime kamer en krijgen papierwerk om in te vullen. Doorlopen van de regeltjes en veel handtekeningen zetten. Uiteindelijk naar ‘onze’ camper. Een 4-slaper van IVECO.
Ondertussen is Chris van WeBuyCars gekomen. We laden onze Fortuner leeg. Drie tassen gaan in de opslag. We krijgen provisorisch de rest in de camper gepropt. Pieter maakt een ‘proefrit’ met onze Fortuner terwijl Inge de tassen een plekje geeft en met de meiden koekjes eet. We krijgen een bod van R140000 voor de Fortuner, zoals verwacht. Dat papierwerk gaat gelukkig snel en een kwartier later staat het geld op mijn rekening. Tijd om te gaan rijden, het is al na twaalven. Pieter stapt moedig achter het stuur, toch best een groot (breed en lang) ding zo’n camper. Het drukke verkeer van Johannesburg in. Hij doet het prima. Eenmaal door Jo’burg nemen we de N1 naar het zuiden. In maart hebben we dit ook gereden. Het wordt steeds iets rustiger op de weg. Met onze oude e-tag gaan we vlot door de tolpoortjes. Het wordt steeds leger. We laten Gauteng achter ons, de Freestate in. De kinderen vervelen zich, maar alles is provisorisch ingepakt, maar het lukt om een pop te voorschijn te halen. Toch blijft het elke 10 minuten: ‘mama’.
We rijden de rest van de middag. Na vieren zijn we bijna bij Bloemfontein. Camping Reinheim lijkt niet meer te bestaan, gelukkig is dichtbij ‘River of Joy’. We zijn de enige kampeerders, met een voorspelde nachttemperatuur van -1, begrijp ik dat wel. We hoeven alleen elektriciteit aan te sluiten en dan kan de verwarming aan. De macaroni-magnetronmaaltijden zijn zo klaar. Buiten snel afwassen, douchen slaan we maar over. We pakken de zakken met beddengoed uit. Het bed van J+L moet je een stukje uittrekken en dan de tafel naar beneden. Het lukt om alles om te toveren naar 2 bedden. De tassen krijgen een noodplekje in de badkamer. Een aantal spullen gaan netjes in de kastjes. We gaan allemaal slapen.

Vrijdag 5 juli.
We hebben verrassend goed geslapen de eerste nacht in de camper. Opstaan lukt minder goed, want het is nog erg koud. Eerst de verwarming aan en de camper een half uur laten opwarmen voordat we onder het dekbed en deken uitkruipen. Het water in de camper doet het niet (bevroren?), dus wassen in de badkamer van de camping en dan snel aankleden. Bedden opruimen en ontbijten. We maken een miniwandeling naar de rivier – Modderspruit – waaraan de camping ligt. Je kunt nog wolkjes blazen – zo koud. Dan rijden we naar Bloemfontein, de dichtstbijzijnde mall is Northridge en daar kunnen we ook tanken. Een paar boodschappen bij Pick ’n Pay en heel even binnen bij Bargain Books. Hoogste tijd om te gaan rijden, het is al elf uur en we moeten nog beginnen. We rijden door Bloem en rijden dan verder zuidelijk over de N1. Lege vlaktes droog en dor. Her en der een windpomp en wat schapen. Bij Colesberg slaan we af naar de N9, die mogelijk nog rustiger is. Na 60 km slaan we af naar de gravel road naar Nieu Bethesda.
Een camper is duidelijk niet gemaakt voor gravelroads en al helemaal niet voor wasbordwegen. Het gaat langzaam. Het is een smal weggetje maar wel mooi, door de bergen. Na 25 km zijn we bij Nieu Bethesda, een klein dorpje van een paar straten, midden in de Karoo. We rijden door het hele dorp. Aan de rand ligt een kleine craft brewery: Sneeuberg brewery sinds 2003. Ze hebben er ook een koffiebranderij en het ruikt heerlijk naar vers gemalen koffie. Maar het is vier uur – borreltijd. We bestellen een proeverijtje – vier biertjes : Karoo ale, Honey ale, Roasted ale en Pale ale. En een plankje met huisgemaakt rozemarijn brood, kudu-salami en diverse kaasjes. Dat is pas echt het begin van een vakantie inluiden – proost. Vooral de Honey ale proeft erg lekker – we kopen een extra fles om mee te nemen en een zakje koffiebonen. Inmiddels is het na vijven, tijd om Owlhouse backpackers op te zoeken. We kamperen achter in de tuin – we passen er net in. Als het zonnetje ondergaat wordt het merkbaar kouder. Nog snel een paar foto’s van de kerk tegen de paarse avondlucht. We maken butternut, aardappelpuree en kipschnitzel klaar. Vanavond is het wet-wipes wassen. De kinderen liggen er pas na 8 uur in. Een kopje thee en glaasje wijn en dan kruipen wij er ook in.

Zaterdag 6 juli.
De wekker gaat om 7 uur. De kinderen gaan wassen, terwijl Inge snel onder de douche gaat. Na een boterham gaan we een rondje lopen door het dorp. Langs de kerk – die nu mooi in het ochtendzonnetje staat. Het postkantoor is een cafeetje geworden. Het Bethesda art centre heeft buiten twee mooie mozaïeken op de muur en een torencafé. Binnen zijn linoleum, glas in lood en wandkleden. Ze verkopen een boek over de San met illustraties van wandkleden. We lopen door de straatjes daar en zijn precies om 9 uur bij het bezoekerscentrum van het Owlhouse. Eerst krijgen we een introductievideo te zien. Helen Martins werd in 1897 in Nieu Bethesda geboren. Na een mislukt huwelijk keerde ze terug om voor haar oude vader te zorgen. Na zijn dood veranderde ze het huis in haar fantasiewereld. Ze kleurde de ramen en maalde glas tot een behang-verf. Ze maakte van cement en glas allemaal kunstvoorwerpen en bouwden de hele tuin vol. Uilen, kamelen en sfinxen. In 1976 pleegde ze zelfmoord. Na de video lopen we naar het Owl house. De eerste kamer is zwart geverfd – the Lion’s den – de kamer van haar vader. De tuin is helemaal vol; een karavaan kamelen, uilen, mensen, sfinxen en piramides. Je kunt er bijna niet lopen. Ze vond inspiratie in Sunbeam-poets en Lion lucifers. Het huis heeft allemaal gekleurde muren met glasscherven op de muren en kozijnen. Doosjes, prulletjes, het staat helemaal vol. Bijzonder om te zien.
Daarna lopen we naar het Kitching centre waar ze fossielen opgraven. We hebben een enthousiaste gids. Hij laat zien dat als je de steen nat maakt, het fossiel dezelfde kleur blijft houden, terwijl de steen erom heen donkerder wordt. Zo weet hij wat weg geprepareerd kan worden, dat doet hij met een klein tandarts-boortje. Hij neemt ons mee naar de droge rivierbedding waar de fossielen liggen – je hebt goede ogen nodig om ze te herkennen. Hier zijn fossielen gevonden van de herbivoor Aulacephalodon (groep dicynodont) en Rubidgea (carnivoor). Deze groepen zijn 50 miljoen jaar ouder dan de ‘echte’ dinosaurussen waar we het meestal over hebben.
In het kleine museum liggen fossielen en replica’s van de dieren. Vergelijkbare fossielen zijn gevonden op Antarctica en leveren daarmee het bewijs dat de continenten vroeger aan elkaar vastzaten. Meneer Kitching (uit Nieu Bethesda) was heel goed in fossielen vinden en droeg bij aan het bewijzen van de hypothese. Terug bij de camper maken we koffie en gaan dan rijden. We nemen de zuidelijke route – een klein stuk gravel en dan met een asfaltweg door de pas van de Sneeuberge. Daarna de N9 met Naude’sberg. Dan de R61, die begint met Wapadsberg. Het is een kleine twee uur naar Mountain Zebra National Park. Bij de poort staan prachtige oranje aloë’s te bloeien. We krijgen een plattegrond en dierenlijstje. Het is ver weg, maar we zien een familie ‘bat-eared’ foxes. De weg begint als gravel en wordt dan asfalt. We zien Black Wildebeest met hun witte staart en de mountain zebra. Zij zijn echt zwart-wit met een fijnere tekening.. Ooit bijna uitgestorven, nu  450 in dit park. We rijden naar het kamp om ons te melden. Als we inchecken blijken we een dag te vroeg??! Oeps, dag 1 was niet gelijk Bloem – nu lopen we voor. We mogen twee nachten blijven – eigenlijk wel zo fijn. We kiezen kampplek 21 uit en lunchen met een toastie olijf-kaas. We gaan een rondrit maken, het begin van Kranskop-loop, de weg gaat steil omhoog. Wat een prachtige uitzichten, wat een leegte en uitgestrektheid. Springbok en black wildebeest, een enkele zebra. We slaan af naar de Rooiplaat-loop. Een jackal, blesbok, hartebeest en aan het eind elanden. Ook kudu en gemsbok komen we tegen. Niet de dieren, maar het uitzicht imponeren. De zon zakt, mooi middaglicht en dan een bijna zonsondergang. We zien nog een groep bavianen in het laatste licht, die trekken naar hun slaapplek. Terug naar beneden merk je pas hoe steil de weg is – best een beetje spannend in zo’n grote camper. Om half zes zijn we terug bij het kamp. Vanavond eten we rijst, worstjes van buurman Louis uit Barberton en komkommer. Douchen en haren wassen – dat is altijd een onderneming. Zeker als de ruimte klein is en Pieter niet kan helpen, gelukkig is het water warm met een fijne straal. De meiden trekken hun onesies aan, Lisa de Lion en Julia de luipaard. Een story uit het nieuwe pienke voorleesboek, liedjes en bedtijd. Wij thee en wijn en wat lezen, voordat we gaan slapen.

Zondag 7 juli
Vandaag is een onverwachte bonusdag en dus doen we rustig aan. Het weer werkt niet mee, grijs en bewolkt – fris. We staan pas om 8 uur op, als we ontbijten begint het zelfs te miezeren! Voordeel is dat het zonnetje wel probeert door te komen en er een prachtige regenboog verschijnt. We rijden naar de receptie om te tanken en gaan dan een rondje rijden. Eerst terug richting de gate en dan de Ubejane-loop. Pieter ziet in een boom de pale chanting goshawk – die mag Julia afvinken op het lijstje. Black Wildebeest en mountainzebra, springbokken. Deze route is vlakker. Halverwege de loop stoppen we voor koffie en een koekje. Net voor het kamp zien we een eenzame buffalo. Terug op ons plekje gaan de kinderen spelen – ze hebben een vriendje gevonden. Vooral Julia vindt het balspelen leuk, Lisa loopt heen en weer tussen hen en ons. Het blijft fris, maar de meiden lopen in T-shirt en op plakkies. De baaitjies gaan resoluut niet aan. Voor ons een lekkere rustige middag. Pieter pakt zijn backpack uit en we reorganiseren wat spullen. Daarna om tafel om de route en kampeerplekken uit te zoeken. De meiden gaan met het andere gezin nog een stukje rijden – als ze net voor 6-en terug komen hebben ze buffalo’s en een leeuw gezien! Wij zijn stiekem jaloers. Pieter heeft het eten bijna klaar: rijst/bulghur, wortelen en vis. Na het eten gaan J&L in bad terwijl P&I de afwas doen. De kinderen naar bed en ik kan (eindelijk) in mijn nieuwe Wilbur Smith beginnen. Pieter gaat nog douchen en valt dan als een blok in slaap. Lisa is onrustig.

Maandag 8 juli
Het is in de nacht opgeklaard en daarmee afgekoeld. We hebben de wekker om 7 uur gezet, maar staan rustig op. Na het ontbijt is het afwassen en opruimen. De kinderen zijn nog niet in help-modus en lopen lekker in de weg, echt snel gaat het niet. We rijden om kwart voor negen weg. Door het park naar de gate. Wederom black Wildebeest, mountain zebra’s en springbok. Een buffalo en bij de gate nog een steenbok. Het is maar een klein stukje naar Cradock. Veel benzinestations en een paar oude mooie gebouwen. Vooral de kerk valt op, naar het schijnt geïnspireerd op St. Martin in the Fields uit Londen. We doen boodschappen bij de Spar en rijden dan verder. Langs de weg N10 zijn stukken met heel veel bloeiende aloë’s. Over de pass bij Daggaboersnek, langs Cookhouse en Kommadagga. Bij Paterson slaan we af naar de R342. En dan zijn we bij de noordelijk gate van Addo Elephantpark. Het park is in 1931 gesticht toen er nog maar 11 olifanten over waren. Inmiddels zijn het er 600+. Het park is steeds groter geworden en er zijn nog steeds plannen om het verder uit te breiden. Er zijn ook dieren geherintroduceerd en ze zijn nu trots op de Big7: de Big5 + White Shark en Southern Right Whale. Het kamp is vlakbij de poort. We melden ons en mogen een plekje uitzoeken. De camping is niet heel groot en er zijn al een aantal plekken bezet. We vinden C24, een plekje bij de ablutie en makkelijk in te rijden. Lunch is een boterham met kokosbrood. Tegenover ons komt een Bushlapa staan – er wordt gelijk een praatje gemaakt. Ze hebben een andere stroomaansluiting, gelukkig verkopen ze de adapter in de kampwinkel. Tijd om op zoek te gaan naar de olifanten. Het is veel fynbos – ongeveer 2 m hoog en dat maakt spotten moeilijk – we zijn blij wat hoger te zitten in de camper. Veel kudu’s, in grote groepen, zowel mannetjes als vrouwtjes. En olifanten, in kleine groepjes. We rijden langs Gwarrie dam en Rooidam naar Hapoordam. Kudu en zebra, ook wrattenzwijnen. We rijden de Mpunzi loop en gaan naar Spekboom hide. Even de benen strekken, maar geen wild te zien. De tweede helft is geasfalteerd met hoog fynbos. Weinig dieren en vlot doorrijden. Vlak voor het kamp nog een mooie groep olifanten met kleintjes. Terug bij het kamp maken de kinderen vriendjes en begint Pieter met koken. De zon komt nog even onder de wolken door en kleurt de hemel pienk-rood. Maandag is gewoon: noodles, worteltjes en kipschnitzel. Yoghurt voor de meiden en thee voor mama. Julia doet de afwas, terwijl Pieter afdroogt. Ik maak de bedden op. We slaan de douche over en dus is er tijd voor een spelletjes UNO. Lisa is boos als ze wint, ze wil nog verder spelen. We sluiten af met warme chocomel en een stukje chocolade. Bedtijd voor de meiden. Wij proberen op de telefoon te mailen en Whatsappen. Er is een nieuw huis te koop gekomen in Ooij. Nog een stukje lezen en dan is het voor ons ook bedtijd. Het is niet zo koud, de verwarming kan uitblijven en ook de deken is niet nodig. =)

dinsdag 9 juli
Zo rond zevenen opstaan, ontbijten, afwassen en opruimen. Net voor 9 uur gaan we weer op pad. We rijden richting Domkrag dam. Gelijk zien we kudu en warthogs evenals een groep olifanten. En dan is het druk op de weg – met een goede reden: twee leeuwen (m+v). Het vrouwtje is onrustig en loopt rond, het mannetje volgt gelaten. Ze komen iets onze richting op, maar lopen daarna verder weg en uit het zicht. We rijden verder op de Nziponde loop en dan het asfalt af, de Gorah loop. We stuiten op een groep olifanten met kleintjes en tieners. Ze staan op en naast de weg, rustig en speels. Ze spelen met elkaar en het gaat over en weer, we zitten een half uur te kijken. Eerder kunnen we er ook niet langs. Het is redelijk open – op de open stukken kudu, zebra en hartebeest. We zien nog 2 yellow mongooses en een paar kleine groepjes olifanten of enkelingen. Het watertje bij Carol’s rest is afgeschermd – kleine dieren kunnen erbij maar de olifanten worden geweerd. Tegen het einde van de loop ligt een groep buffalo’s te zonnen. Eenmaal terug bij het kamp stoppen we bij de discovery trail. Een wandelpad, het eerste deel is rolstoel toegankelijk en geeft informatie. Het tweede stuk is een pad door de bosjes. We worden verrast door een bushbuck en schrikken van een specht. Het is een leuk stukje. Pieter rijdt met de camper terug terwijl ik met de meiden naar de camping loop. Het is inmiddels al middag. Tijd voor een boterhammetjes en de meiden willen dolgraag gaan spelen met hun nieuwe vriendjes Jessica en Nathan. Op de camping loopt ook een bushbuck rond.
’s-Middags gaan we met de meiden naar het informatiecentrum. Julia en Pieter maken enthousiast de puzzel van de continental drift. Er is info over de herintroductie van dieren, en natuurlijk Hapoor. De dominante mannetjesolifant van de begindagen van Addo, de vader en opa van veel olifanten. Ik herinner me Hapoor nog uit 1995!
Buiten is een wand met verschillende schedels en horens van dieren, een skelet van een olifant en iets over spoorzoeken. Er is een klimrek in olifantvorm – daar moet op geklauterd worden. Er loopt een paadje langs de rand van het kamp naar een ondergrondse hide. Helaas zitten er alleen een paar vogels. PJL gaan terug om te spelen, ik loop nog even bovenlangs de hide – maar meer dan een kudu is er niet te zien. De meiden spelen en zwerven over het kampeerterrein. Wij lezen en schrijven, genieten van de honey ale. Een groep apen zorgt ervoor dat we binnen gaan zitten. Het is aangenaam warm in het zonnetje, uit de wind. We eten op tijd – spaghetti. Na het eten lopen we terug naar het waterhole, dat is verlicht. In eerste instantie zien we niks – een nightjar die rondvliegt. Dan een buffalo. De hemel is prachtig. Verder blijft het stil – dan maar bedtijd voor de meiden. P+I hebben net de afwas klaar – het bad is leeggelopen. Snel afspoelen en aankleden. De meiden vallen vlot in slaap.
Mijn boek is spannend, van schrijven komt niet zo veel. We besluiten om een bod uit te brengen op het nieuwe huis in Heumen – maar helaas wordt het direct afgewezen.

Woensdag 10 juli
Het begint routine te worden: wekker om 7 uur, Pieter als eerste eruit. Bedden opruimen, ontbijten en afwassen – steeds meer door Julia. We rijden weer voor 9 uur met een koffiemok binnen handbereik. Het begint bewolkt maar het zonnetje breekt door. We rijden door het park naar het zuiden. Wederom kudu, warties en zebra’s. Het dichte fynbos is niet favoriet bij dieren. Bij Hapoordam komen een paar zebra’s drinken – mooi in het zonnetje. We stoppen bij Jack’s picnic site. Een afgeschermd stuk in het park om het effect van de olifanten op de planten te vergelijken/bestuderen. Er zijn verschillende picknick hoekjes en zelfs toiletten. Goede plek voor koffie en de kinderen kunnen een rondje rennen. De weg naar het zuiden gaat steil omhoog en omlaag – de steilste stukken zijn (gelukkig) geasfalteerd. Dichtbegroeid fynbos – geen hoge bomen en weinig dieren. Bij een van de waterholes een groep kudu, zebra en hartebeest. Het is wel een mooie route. Vanaf de laatste berg hebben we ineens zicht op duinen en daar achter de zee. Zo’n 5 km verderop zijn we bij Molykolweni gate. Vanaf daar is het een klein stukje naar de N2. We rijden nu langs de kust. Over de snelweg rijden door Port Elizabeth. Containers, industrieterrein en woningen. We vervolgen de N2, langs de kust is het groener. Het zonnetje schijnt en er bloeien vuurpijlaloë’s. We kruisen de Gamtoos rivier en slaan dan af naar Jeffrey’s Bay – bijna het meest zuid-oostelijke puntje van Afrika. Bekend om zijn schelpen en surfers. De golven zijn een van de langste ter wereld en daarmee populair. Op dit moment is de World League bezig aan het strand van supertubes. Het is druk in het plaatsje. We rijden de drukte voorbij en vinden de municipal campsite. Er is volop plek en we zijn zeker niet de enige. De camping ligt pal aan zee. We parkeren en eten iets. Dan lopen we het strand op – aangenaam met het zonnetje. Volop schelpen op het stand – vooral daar waar er rotsen bij het strand zijn. Kleine rode schelpjes – kersjes. We lopen langs het strand naar het noorden. Schelpjes verzamelen en uiteraard natte voeten halen. Iedereen wordt weer klein kind aan het strand. We zien een Redbull tent op het strand en nu wordt het druk – de plek van de surfwedstrijd. Ze gaan net beginnen – we gaan zitten op een rots om te kijken. De meiden spelen tussen en in de rotspoelen en worden lekker nat. P+I proberen de wedstrijd te volgen. Gelukkig wordt er omgeroepen en uitgelegd wat er gebeurt. Een wedstrijd is een ‘heat’, die duurt 30-40 minuten en er nemen 3 surfers aan deel. Ze mogen zo vaak als ze willen op een golf rijden, maar wachten duidelijk op een goede/mooie golf. Elk jurylid geeft punten voor de stunts, de hoogste score wordt genegeerd en dan de rest gemiddeld. Per rit een score, de 2 hoogste scores geven de totaalscore voor de heat. Top 2 per heat gaan door, nummer 3 valt af. De scores hangen veel rond 4 en 5 met een uitschieter naar een 7+. Knap om te zien hoe ze draaien en duiken op en onder een golf. Corona-bier is hoofdsponsor, het is gezellig en de zon schijnt. Ik stuur Pieter om een paar Corona’s te halen bij de bar, de meiden krijgen Grapetiser. Dit voelt als vakantie !!! Na een uurtje kijken en lekker in de zon zitten, lopen we via de bar verder. Ze werken met Howler-armbandjes en nu moeten we het geld opmaken. De kinderen krijgen een brownie en wij nog een Corona. Van boven heb je een heel ander zicht – ook mooi. We lopen via het ‘festival-terrein’ terug – dat is eigenlijk tegen de richting in – het terrein is groter dan verwacht. We lopen langs de weg naar de Spar voor brood en koekjes. Ik vind langs de weg lopen wat onrustig, dus na de boodschappen, gaan we terug naar het strand en over het strand terug naar de camping. De zon gaat ondertussen al onder. Pieter begint meteen met koken: rijst, broccoli en kipschnitzel. Frisse lucht doet eten, het gaat er goed in. Het is al laat – de meiden krijgen alleen een wetwipe. De zon onder, de wind neemt toe – de trui kan weer aan. Als de meiden slapen ga ik nog douchen. Er is niet veel lees- en schrijftijd meer, voordat het voor ons ook bedtijd is.

Donderdag 11 juli
We staan met de achterkant – ons slaapdeel – naar de zee. De wekker om 7 uur – gordijnen open en het ochtendgloren bekijken. De zon komt op om 07.26u. Ik had gehoopt boven de zee, maar het blijkt boven de andere kant van de baai. Ik kan het nog steeds zien vanuit mijn bed! Dan toch even naar buiten voor nog een paar foto’s.
Aankleden, ontbijten, afwassen. De meiden gaan spelen bij het speeltuintje en maken vriendjes met de dames van de poort en receptie. Pieter en ik drinken rustig een kop koffie. Het schelpenmuseum gaat pas om 10 uur open, dus we nemen alle tijd, tijd om lekker te praten. Om half 10 krijgen we de meiden mee, het is nog een stuk lopen – naar het zuiden, door het oude dorpscentrum. We vinden eerst de tourist info en nemen nog een paar folders mee. Het schelpenmuseum zit aan de achterkant. Het is niet heel groot, maar duidelijk en schoon. De schelpen lijken te glimmen. Een stuk tekst over alle schelpen van de wereld en één wand over Jeffrey’s Bay. De kinderen hebben vooral veel pret met het zeedierenschilderij waar je je hoofd door kunt steken. We kopen nog een klein boekje en een flesje met mini rode schelpjes. Het museum grenst aan ‘dolphin-beach’. Vlakbij is een surfschool en het is druk op het strand – leuk om te zien. Deze mensen hebben nog moeite om op de plank te gaan staan. Extra respect voor de surfers van gister. Julia wil het liefst gaan zwemmen… ze mag de broekspijpen opstropen en wordt uiteraard toch nog nat. Lisa rent langs de zee. We verzamelen nog schelpen en lopen terug. Het is lekker warm. Pieter trekt zelfs zijn shirt uit. Julia en ik verzamelen nog meer kleine rode schelpjes – misschien kan ik er een tafeltje mee versieren. Pieter en Lisa zijn al terug bij de camping en vullen de watertank van de camper bij. Langs de badkamer en dan weer rijden. We gaan op zoek naar de Pick ’n Pay – drinkwater en bij Vodacom een databundel voor de dongel. Dat lukt bij de nieuwe Fountains Mall. Ik bel nog met Vera, die is vanochtend met Frans een huis gaan bezichtigen in de Ooij. Gunstige prijs, maar je krijgt ook minder – minder ruimte en minder kwaliteit. Ze is niet erg overtuigend – iets om over na te denken. We kopen nog wat lekkers bij een thuisnijverheidswinkel. Uit het vuistje een broodje.
Het is ongeveer anderhalf uur rijden via de N2 naar Stormrivermouth/Tsitsikamma. Het wordt bewolkt en op stukken zijn ze aan het branden langs de weg. We steken Storms river over en slaan iets verder af naar het Garden Route National Park/Tsitsikamma. Bij de poort willen ze wildcard, reservering, paspoorten en permit-nummers zien, ongebruikelijk ingewikkeld voor Sanparks. We melden ons bij de receptie, dan is het een klein stukje en nog flink naar beneden tot het kamp. Het is rustig – we mogen een plekje uitzoeken – aan zee. Hier geen strand, maar ruige rotsen waar de golven op kapot slaan. En een buitenzwembad – dat nu gebruikt wordt door de meeuwen. We parkeren en lopen een verkennend rondje – er is een wasmachine. Keurige ablutie en afwasruimte. We lopen een stukje verder en zien een groep dassies, dan omhoog naar de weg en terug. Vlakbij onze camper zien we nog een bushbuck. Tijd om te koken – vandaag maakt Pieter soep warm. Thaise butternutsoep met crackertjes en ‘biltong’ wieltjes. Snel klaar, toe zijn er druifjes. Julia doet de afwas met Pieter. Daarna spelen we een spelletje – king of the Jungle. Met thee en warme chocomel en brownies. Daarna is het douchetijd met haren wassen. De ruimte is niet heel groot, maar er is verder niemand – dus we gebruiken de hele badkamer. Story en liedjes – de meiden vallen redelijk snel in slaap. Ik schrijf en plan wat. Thee en Amarula en dan slapen.

Vrijdag 12 juli.
Het is nog steeds bewolkt en grijs weer. Lisa is om half 6 bij mij gekropen en staat om 7 uur met pappa op. Ik heb er meer moeite mee, Julia komt bij mij liggen en we kletsen wat. Dan is het echt tijd om op te staan. Na het ontbijt en de afwas koppelen we de stroom los. Het is een klein stukje (maar wel steil) naar het kampwinkeltje. Dat is het beginpunt van de wandeling naar Storms river mouth met zijn hang/wiebel-brug. We moeten een klein stukje over het zandstrand en dan begint de route – veel trappen. Je loopt de berghelling op – mooi zicht op de rotsen en de oceaan. Af en toe iets vlakker, maar veel op en af. Dan kunnen we de bruggen zien. De grote over de rivier en er zijn nog 2 kortere bruggen langs de riviermonding. Met een paar steile trappen komen we bij de brug. Het is er rustig – we lopen als enige over de brug. De kinderen vinden het een beetje spannend – maar vooral leuk. Mama vindt het nog het engst – maar ja ze moet foto’s maken. Aan de overkant is een stenen strand. De golven laten de stenen rollen – het rommelt en klinkt als vuurwerk. Ik herinner me dat geluid. Lisa vindt het maar niks. Julia probeert stenen te stapelen. We vinden een stukje drijfhout, dat lijkt op een dolfijntje. Inmiddels komt er een groep aan – tijd om terug te gaan over de grote brug. We gaan natuurlijk ook over de andere twee bruggen – zo kom je bij het uitkijkpunt nog dichterbij de riviermonding. Daarvandaan gaan er weer trappen omhoog en komen we weer uit op de route. We lopen terug – Lisa begint een beetje te zeuren. Bijna terug maken we nog een kleine detour over een bruggetje. Een kleine waterval loopt over het strand naar de zee. En er lijkt een oude aanmeer plek te zijn. We gaan naar het restaurant: koffie, warme chocomel en chocoladetaart – die hadden we verdiend. Dan langs de kampwinkel waar we nog twee olifantentasjes kopen. Terug naar de camping – de was van vanochtend is inmiddels klaar en kan in de droger. We maken nog een kopje koffie en eten een banaan. We lopen een stukje over de camping, ik neem J+L mee. Ik heb een mini-strandje gevonden en van daaruit kun je ook op de rotsen klimmen. De was is klaar en droog – opvouwen en opruimen. Dan rijden we een stukje het park uit en naar de ‘big tree’. De ingang wordt verbouwd en is rommelig. Met een wildcard hebben we gratis toegang. We lopen door het bos – het eerste stuk is een boardwalk. Afromontaan bos met grote bomen, mos en varens. De ‘big tree’ is een yellowwood van 36m hoog en 9m rondom. De boom is 800 jaar oud. Iets verderop ligt een omgevallen Outiniqua Yellowwood – 25 jaar na omvallen blijft hij nog imposant. Verder Stinkwood bomen en Candlewood. We gaan de gele wandelroute doen, echt door het bos. Je loopt over de boomwortels, stenen en mos. We zien ook mooie zwammen: geel, wit en oranje. Het is echt midden in de natuur – een oerbos/jungle/regenwoud. We lopen om de beurt voorop. Af en toe horen we een vogeltje en in de verte apen. Het is verder dan we dachten. Op eenderde lopen we langs nog een grote Yellowwood. De tweede helft van de route is bergaf en we kruisen stroompjes. Af en toe is het drassig. We dachten de enigen te zijn maar worden toch 3x ingehaald. Het laatste stukje gaat over een groter/breder pad. Lisa mag nog even bij Pieter op de nek. We zijn om kwart voor 5 terug op de parkeerplaats. Een guavarol om te snacken en terugrijden. Het begint een beetje te schemeren. De miezer is gestopt. Bij de kust begint het zelfs op te klaren. Pieter kookt zoetzure kip terwijl ik met de meiden de schelpjes was bij de wasbakken. We zijn tegelijkertijd klaar. De meiden hebben bij de nieuwe buren een stukje worst gescoord als voorafje. Het eten smaakt goed. Volgens Fitbit bijna 10km gewandeld vandaag – stiekem ben ik best trots op de meiden. Na de afwas is het bedtijd – zeker Lisa is moe. Julia is lastig door haar oververmoeidheid. Ze vallen zo in slaap, maar mama moet wel twee verhaaltjes voorlezen. Wij drinken thee en bekijken de route voor morgen. Tijd om echt bij te schrijven. Pieter gaat nog even douchen. Een glaasje amarula en dan is het al na tienen.

Zaterdag 13 juli
Weekend en dan gaat de wekker niet af. Lisa was om 5 uur al wakker, toen zijn we naar de toilet geweest. Zij en ik vallen daarna niet meer in slaap, om 6 uur komt ze naast me gekropen. Lekker knus in dat toch al kleine bed. We doezelen om 7 uur eindelijk weg.
Pieter staat niet veel later op. Lisa is inmiddels echt in slaap gevallen. Julia komt ook nog even erbij gekropen. Tijd om allemaal op te staan. Ontbijten, afwas en inpakken. Helaas gaat ‘tijgertje’, ons extra opstapje, kapot – dat maakt in- en uitklimmen wat moeilijker. Het zonnetje schijnt, de zon komt langzaam op over de bergen. De golven lijken wel hoger en breken imposant in het zonnetje. Ik maak nog wat foto’s. Dan gaan we rijden, het park uit en de N2 op naar het westen. We rijden over de Bloukrans rivier. Je ziet niets aan de weg – maar dit moet een mooie en bekende brug zijn. Toch even omdraaien, je kunt net ervoor afslaan naar het activiteitencentrum. We mogen doorrijden bij de toegangspoort. Nu kun je de brug goed zien. Het is dé plek om te bungee jumpen, 216m naar beneden, de hoogste bungeejump vanaf een brug. Kost wel R1350 pp, en dan mag je eerst ziplinen onder de brug naar het springpunt. Wij bekijken het – er gaan best veel mensen met de zipline en we zien 3 mensen springen – er gaan er nog meer komen. Dan weer verder. In Plettenberg tanken we en dan rijden we naar Harkerville – een klein plaatsje net buiten Plet. Er is een zaterdagmarkt – we komen op het einde (half twaalf). Het is een beetje drassig, modderig, maar gezellig. Gebak, kleding, groente, bloemen, houtwerk en sieraden. Lekker divers en niet te groot, niet te klein. De meiden zoeken een jurk voor een barbiepop uit. Een mooie groene en pienke. Pappa koopt een rasp van aardewerk en daarna smikkelen we van loempia’s en chocoladecroissants. De meiden krijgen fruit-ijs en we kopen hele sjieke brownies. Het is echt al afgelopen en men begint op te ruimen. Het is nog maar een kwartiertje naar Knysna. De N2 wordt main road en gaat dwars door het centrum van de stad. Knysna ligt aan een ‘lagune’, eigenlijk een estuarium/riviermonding. Er is een open verbinding met zee, een smalle doorgang met aan beide kanten een hoge bergpiek – de zogenaamde ‘heads’. Een echte lagune is afgesloten van de zee en dan stroomt er alleen water uit bij hoge waterstanden. We rijden een rondje door de stad en dan richting de kust. We parkeren bij Knysna quays – een waterfront winkelcomplex. Op de hoek zit Featherbed co, een bedrijf dat boottochten verzorgd over de lagune – we reserveren alvast voor morgen. Dan wandelen we langs de winkeltjes. Pieter koopt een nieuwe trui, voor Lisa vinden we een leeuwenjurk en ik vind een mooi shirt met lange mouwen en een aparte kraag. Het ligt aan de kleine jachthaven en heeft ook een bruggetje en diverse restaurants. We besluiten bij Drydock iets te gaan drinken – eenmaal daar laten we ons verleiden door de seafood platter. We smikkelen er samen van: vis, garnalen, mosselen, calamari, rijst en frietjes. Zelfs de meiden proeven alles en vinden het lekker. Het zonnetje schijnt, er is livemuziek en we krijgen een gratis glas witte wijn. We gaan terug naar de camper en rijden naar Thesen island – een eiland in de lagune. Ooit waren hier bedrijven van de familie Thesen. Eerst houtvervoer toen houtzagerij en eigen energieproductie. Uiteindelijk werd het gewoon woongebied. We doen een paar boodschappen bij de Pick ’n Pay en rijden dan naar de camping Monks in de stad. De receptie is al gesloten maar uiteindelijk laat iemand van de naast gelegen Spar ons naar binnen. De camping bestaat voornamelijk uit permanente stacaravans en huisjes, het gaat met etages steeds lager. Beneden is een grasveldje voor tenten en campers. Ongeveer op het niveau van de lagune. We zijn de enige ‘dag’gast, de ablutie is een klimmetje omhoog. Pieter loopt terug naar de receptie om een sleutel te krijgen, Lisa is even iedereen kwijt en in paniek. Ik heb hoofdpijn en vindt de sfeer niet prettig. Na een uur zijn we enigszins geïnstalleerd. We besluiten nog een klein stukje te gaan wandelen. Julia kiest voor linksom. Een klein stukje langs de lagune en dan langs een weg. We zien Mitchell’s brewery – de brouwerij is eerder dit jaar gesloten. Nu is er een pub, maar we kunnen nog wel wat bier proeven. Ik neem ‘milk & honey’ en Pieter ‘buson’. Inmiddels gaat het zonnetje onder, we lopen in de schemering terug. Julia had een speeltuin gezien, ze gaat van de glijbaan, Lisa vindt het eng. We eten vanavond broodje struisvogelhamburger en worteltjes met druifjes als toetje. J+L gaan in bad terwijl P+I de afwas doen. Als de kinderen slapen, ga ik douchen. Het is koud en erg vochtig buiten. Na een glaasje wijn gaan wij ook slapen.

Zondag 14 juli
Pieter is als eerste op, terwijl wij denken dat het weekend is. Dolle pret met Lisa en aankleden en daarvan wil Julia foto’s maken. En zo staat toch iedereen op. Het is al half tien als we klaar zijn met ontbijt en afwas. We rijden naar de oostelijke head – koffie met uitzicht. Althans dat was het plan. Smalle weggetjes, steil omhoog en krappe scherpe bochten. We komen boven en iets oostelijker dan de head. We kunnen gelukkig draaien maar niet wat we voor ogen hadden. Tweede poging gaat onderlangs naar een picknick plek, mooi aangelegd maar op de picknick plek zelf heb je geen uitzicht. We lopen een rondje van de picknickplek op het strand, tussen het zand en de rotsen en dan terug. Het is mooi – de doorgang is smal met verraderlijke rotsen – ik begrijp dat Knysna niet erg succesvol was en is als haven. We drinken de koffie maar on the go. We doen nog een poging onderlangs – we komen bij een druk café met mooi uitzicht maar parkeren is heel moeilijk. Foto nemen en draaien. We rijden een rondje over Leisure isle, een ander eilandje in de lagune. Prachtig langs de randen. Zowel hier als op de heads staan mooie huizen. We gaan naar de boot, opstappunt is net ten westen van de jachthaven. We hebben geluk met een aanbieding voor locals; 50% korting – en dus gaan we voor de hele excursie. We gaan mee met de gewone ferryboot. Een tocht van een half uurtje over de lagune, met een enthousiaste gids. Hij legt veel uit over natuur en geschiedenis. Knysna is de op een na grootste estuarium (na Isimangaliso) en ze zien soms haaien en zeehonden (1x gezien), vissen en zeepaardjes. Tot 14km stroomopwaarts domineert het zoute water. Hij verteld over de geschiedenis en bebouwing van de 2 eilanden. We varen naar de westelijke kant – het Featherbed nature Reserve. In 2017 is Knysna bijna afgebrand – de natuur is nog herstellende. De bomen zijn vnl. dode takken maar de struiken zijn al goed gegroeid/hersteld. We gaan uit de boot, een snelle plasstop, een helling op en dan in een grote truck. Die rijdt de hele groep naar boven op de westelijke head. We hebben een prachtig uitzicht en zien beneden 3 groepen dolfijnen spelen. Boven aangekomen stappen we uit en beginnen aan een hike van 2,5 km naar beneden. Het eerste stuk is veel ‘trappen’ naar beneden. De groep is te groot om (goed) uitleg te geven/volgen. Julia loopt voorop en maakt vriendjes met 2 andere meiden. De route is mooi aangelegd met bordjes over de planten. We zien een bushbuck mannetje. We lopen naar beneden en terug landinwaarts. Over een klein bruggetje en daar is een aftakking van het pad verder naar beneden naar een soort zeegrot/tunnel. Het linkerdeel heeft de vorm van Afrika en het rechterdeel van een hartje. Je ziet de zee naar binnen kletsen. Dan terug het trappetje op en verder. Er volgt nog een stuk naar beneden en de rest is vlak over een boardwalk langs de lagune. Rond half twee komen we bij het restaurant – zeer ruim gebouwd met natuurlijke materialen, hout en steen. Het is mooi weer en het is beschut – dus zitten we buiten onder Milkwood-trees. Er is een heerlijk buffet – diverse broodjes, salades, groente, rijst, aardappelen, kip en vis. We smikkelen en scheppen een keer extra op. De groene groente zijn heerlijk en de kerrie-butternut verrassend. De linzen bobotie is ook noemenswaardig. De kinderen hebben als eerste het toetjes buffet ontdekt – cheesecake, milktart, malva pudding en diverse smaken ijs. Aan het einde heb ik te veel gegeten. We gaan nog even in het zonnetje zitten en raken aan de praat met andere gasten. Het is nog een half uurtje terugvaren, de wind is toegenomen en daardoor is het frisser. Het was een leuke trip.
We rijden weer naar de oostelijke head en gaan nog naar een ander uitzichtpunt – die hadden we vanaf de andere kant gezien. Er is een parkeerplaats en dan moet je een klein stukje lopen. De eerste is met zicht op de lagune en Knysna (dit zochten we vanochtend). Er blijken meerdere uitzichtpunten te zijn – steeds verder naar de zee. Inmiddels zijn een paar wolken verschenen – maar het blijft mooi. We gaan naar een andere camping – Woodbourne – onderaan de oostelijke head. Er staat maar één andere caravan, het is ruim en groen. J+L blij – ze blijken wifi te hebben – dus mogen ze filmpjes kijken op de iPad. Iedereen zit rustig te lezen/kijken. Ik bel nog even met T&N die vakantie vieren in Frankrijk. Als het donker wordt valt helaas de wifi weg. In de verte zie je de lichtjes van Knysna, deels weerkaatst in de lagune. De meiden krijgen warme chocolademelk en een marshmallow-brownie. Op hun verzoek spelen we nog een spelletje kwartet. Dan is het de hoogste bedtijd; plassen en wet wipes, tanden poetsen. Story en liedjes. Wij drinken thee en rode wijn. Ik smikkel ook van een luxe brownie. Pieter van choco-nut biscotti. Bijschrijven en dan is er eigenlijk al geen tijd meer om te lezen.

Maandag 15 juli
Als we wakker worden doet de wifi het weer en dus willen de meiden gelijk ‘tv’ kijken op de iPad. Het opstaan gaat daardoor iets langzamer. We rijden net na 9 uur weg – het is maar een klein stukje naar Thesen Island – daar is de ‘motorcycle room’, een motormuseum met 142 motoren; oud en nieuw, cruiser en off-road. Het is een leuke mix van merken en zelfgeknutselde exemplaren. De kinderen en papa genieten en dromen hardop over een eigen bike – die dromen zijn niet bescheiden. Aan het einde mogen we op de foto op de Puch. Weer buiten lopen we een klein rondje en vinden een paar van de bordjes van de heritage walk. We gaan naar het kantoor van Sanparks, we werden gisteren getipt dat ze een aquarium met zeepaardjes hebben. Je moet goed kijken en dan ontdek je er steeds meer verstopt in de pollen zeegras. Het Knysna zeepaardje is bedreigd, het enige zeepaardje dat leeft in een riviermonding. De mannetjes zijn zwanger(!) en ‘baren’ 7-190 kleintjes. Zorgen doen de ouders niet en slechts 1 tot 1,5% overleeft tot volwassene. Fascinerend. We verlaten Knysna en rijden langs diverse watertjes. Voorbij Wildernis gaat de weg van de zee het land in. We gaan flink omhoog – er is een viewpoint bij de Kaaimansrivier. Je ziet kilometers zee en de mooie spoorbrug over de monding van de rivier. Op deze plek nemen we dan afscheid van de kust en daarmee ook van de Garden-route. Wat volgt hoort voornamelijk bij de Wine-route en dat komt de volgende keer.

Fotolink:
https://photos.app.goo.gl/BTWAFH4yjc2qwmgD9

  • 28 September 2020 - 16:08

    Theo:

    Beste allemaal,
    Gelezen en gekeken en GENOTEN !
    Zowel de zebra's als de olifanten waren bijzonder.
    Ook Hapoor herinner ik mij nog prima.
    Niemand kende nog 'Corona'. Het staat zo mooi en groot op de foto van Jeffery bay.
    Ik wacht op de volgende verhalen en foto,s.

    Bedankt !!!!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Inge en Pieter

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 105
Totaal aantal bezoekers 73592

Voorgaande reizen:

01 Januari 2020 - 01 Januari 2050

zeebje in Cuijk

25 Augustus 2011 - 01 April 2014

wonen en werken in Hlabisa

27 December 2009 - 16 Januari 2010

kleurig India

11 November 2008 - 14 December 2008

afwisselend Suriname

23 Augustus 2007 - 08 Januari 2008

co-schap in Techiman

01 April 2014 - 30 November -0001

wonen en werken in Barberton

Landen bezocht: