the wine route - Reisverslag uit Oudtshoorn, Zuid-Afrika van Inge en Pieter Heijnen-van Jaarsveld - WaarBenJij.nu the wine route - Reisverslag uit Oudtshoorn, Zuid-Afrika van Inge en Pieter Heijnen-van Jaarsveld - WaarBenJij.nu

the wine route

Door: Inge en Pieter

Blijf op de hoogte en volg Inge en Pieter

06 Oktober 2020 | Zuid-Afrika, Oudtshoorn

Rondreis Zuid-Afrika : 4 juli 2019 – 8 augustus 2019
Deel 2: The Wine route – first leg

Maandag 15 juli vervolg
Vanaf de monding van de Kaaimansrivier gaan we langs de rivier landinwaarts en dan buigen we weer iets richting de kust bij George. Maar we zien de kust niet meer want hier nemen we de N12 verder landinwaarts – de Outeniqua pass is prachtig. Daarna zijn er meerdere stop&go’s tot Oudtshoorn. We hebben geluk met ’n go-golf. We waren van plan bij Karoo Soul te kamperen – midden in het centrum, maar ze hebben geen plekken voor campers. Zij adviseren Kleinplaas – 2 km verderop ten noorden van het centrum. Ruimte genoeg tussen de bomen, hele mooie ablutie en een wasruimte. Julia gaat muntjes kopen en we zetten gelijk een was aan. We eten een toastie met kaas en rijden dan terug naar het centrum. We parkeren bij de Pick ’n Pay en lopen naar de toerist-info. Die is goed met veel brochures en plattegronden. Pieter loopt terug om alles op te ruimen. Ernaast is het CP Nelmuseum – in een voormalige jongensschool. Het museum gaat voornamelijk over de struisvogel(industrie) van Oudtshoorn. Er zijn replica’s van een oude apotheek, bank en naai-studio. Kamers van vroeger, eet- en slaapkamer en aandacht voor migranten, joden en Polen. De synagoge wordt nog steeds gebruikt. Het is een leuke en boeiende mix van spullen. Even later kopen we ostrich-biltong en kleine boodschapjes bij het winkelcentrum. Er is ook een grote groep/bus Nederlanders . De bus rijdt voor ons en ja hoor, hij gaat naar dezelfde camping! De kinderen maken vriendjes en verdwijnen. Er blijkt iemand jarig en ze smullen mee van de taart. Wij genieten van een rustig half uurtje. Het is al na 6-en als we gaan koken. Bloemkool, vega-strips en rijst. Pieter doet de afwas, de meiden gaan in bad terwijl ik douche. Pieter gaat later douchen. We sluiten af met ons glaasje wijn.

Dinsdag 16 juli
In Nijmegen begint de Vierdaagse en zijn de 50ste Vierdaagse Feesten aan de gang. Bij ons zijn de ochtenden koud met een moeizame start. Vandaag doen we een was met beddengoed en handdoeken – het is hier goedkoop. Na het ontbijt en afwas gaan we op pad – net ten zuiden van Oudtshoorn is Highgate Ostrich farm, (een van) de oudste in de regio, sinds 1938. We zien bij de ingang al twee groepen struisvogels. We melden ons voor de tour van 10 uur – we zijn de enigen. Jean is onze privégids. Highgate is groot, vroeger hadden ze 7500 vogels, na een periode met vogelgriep en ruiming hebben ze nu 2000 struisvogels. Ze hebben 3 soorten struisvogels, Zuidafrikaanse, Zimbabwaanse (groter, roder, tot 3m hoogte) en Keniaanse (die zijn te lui om hun eigen eieren uit te broeden). Een gemiddelde struisvogel is 2,2m hoog en weegt 150kg. Ze kunnen 2x per jaar een nest eieren leggen van 16 eieren. Ze broeden 36 dagen en dan zijn er nog 6 dagen nodig om uit het ei te komen. Met hun bek en teen maken de kuikens een gaatje, dan breekt het ei. Een ei weegt 1,5kg en is gelijk aan ca. 24 kippeneieren. Als je het wil koken duurt het ca. 2 uur. Je kunt niet zien of een kuiken een jongen of meisje is, ze hebben allemaal bruine veren. Na 12 maanden zijn ze volwassen en vallen de veren uit. Jongens krijgen zwarte veren en de vrouwtjes grijze veren. Volwassen mannetjes gaan in een ‘kamp’ met 3 vrouwtjes: hij kiest een levenspartner. De struisvogelmannetjes zijn trouw, de vrouwtjes nemen evt. een nieuwe partner. Het stelletje mag de eieren zelf uitbroeden, man ’s-nachts (donker -> zwarte veren), vrouw overdag. De singles en weduwe gaan naar de swingers club. De willekeurige eieren worden kunstmatig uitgebroed. Deze eieren worden na ongeveer 18 dagen ‘geschouwd’ door ze boven een felle lamp te houden. Zijn de eieren donker en dus bevrucht gaan ze terug de broedmachine in. Zijn ze redelijk helder, dan zijn ze onbevrucht en kunnen de eieren gebruikt worden als decoratie-eieren. Dan wordt er een gaatje in geboord, uitgeblazen en schoongespoeld. De handel gaat grotendeels over vlees en leder, nog een beetje de veren. De veren worden niet meer geëxporteerd. We zien stelletjes broeden en jonge kuikens. De eieren zijn sterk en we mogen op de eieren staan. Ze laten een broedkast zien en we mogen een struisvogel voeren, Julia doet het goed. Lisa vindt het te eng. Een struisvogel eet alfalfa en graantjes. Ze hebben geen tanden en een korte tong. Ze bijten aan de draden van de omheining om te tandenpoetsen. Ze hebben 2 magen, de eerste (gizzard) heeft steentjes (die ze dus ook eten) om het eten te malen. Omdat struisvogels gewend zijn harde stenen op te eten, zijn ze ook geneigd om andere harde kleine voorwerpen in te slikken. Zo zijn in de magen van struisvogels allerlei rare voorwerpen aangetroffen zoals bougies. In de 2e maag begint de echte vertering van het voedsel. We eindigen de tour in de winkel. We zwichten voor een bewerkt ei en een plumeau.
We gaan terug naar de camping voor de lunch en de was gaat in de droger.
20 Km ten noorden van Oudtshoorn zijn de Cango caves. In 1780 ontdekt door een Hollandse boer, Van Zijl, op zoek naar een verloren schaap. De grot werd al 80.000 jaar gebruikt door de San, maar zij gingen nooit verder het grottenstelsel in. De grotten zitten in de Swartberg en het hele stelsel is 4km diep (of lang), alhoewel maar een klein deel toegankelijk is. Wij gaan op de Heritage tour, 600m de grotten in, daarna is het klauterwerk. Op het verste punt zijn we 36m onder de grond. Bij de ingang is nog een rotstekening van een blauwe olifant. Dan gaan we een paar trappen af en komen we in de grootste ‘open’ ruimte, de Van Zijl chamber. Deze is 90m lang, 50m breed en 15m hoog. De gids doet even het licht uit en dan zie je niets, daarna doet hij extralicht aan en zie je alle druipsteen formaties, prachtig. Cleopatra’s Needle is 10m hoog en 150.000 jaar oud. De tweede kamer is de mooiste – met veel druipstenen, een aantal heel dik (wel 500.000 jaar oud) en soms als toneelgordijnen in oker en roestkleuren. Vroeger gebruikten ze gekleurde lichten, rood en groen, nu alleen natuurlijk licht. De Duivel krijgt nog steeds een rood lichtje, ernaast is een opengeslagen bijbel te zien, met een engelenvleugel. De bruidskamer heeft een prachtig ‘hemelbed’ met 14 pilaren en er tegenover een champagnefles. De fairyland chamber moet heel mooi zijn geweest, maar het heeft geleden onder vandalisme. Dan keren we om – de weg is in de jaren 60 al aangelegd met verlichting. Het is duidelijk dat er soms grote groepen worden rondgeleid. Er is een ruim bezoekerscentrum met een kleine expositie over de geschiedenis van de aarde en het leven op aarde. Na een blik in het winkeltje geworpen te hebben, gaan we weer. Halverwege, bij Schoemanshoek, ligt Karusa wijn- en bierbrouwerij. Het is een heel klein dorpje met een mooi (NG)kerkje. Erachter ligt Karusa aan een dammetje en met zicht op de nu kale wijnranken. Pieter en ik nemen allebei een proeverijtje van 5 wijnen en daarbij een uitgebreid kaasplankje en plankje met struiscarpaccio, biltong en vijgen. De kinderen krijgen kinderwijn – druivensap. Dit is echt genieten. We kopen 3 biertjes om later te drinken en een klein flesje port. Terug op de camping moeten we de was opruimen, de kinderen gaan rondrennen. Pieter maakt rijst met struisvogel in een kerrie-stew, wel toepasselijk in Oudtshoorn. De kinderen gaan in bad en moeten haren wassen. Ik ga douchen en scheren. De kinderen vallen vlot in slaap na de story. Na ons glaasje wijn, gaan we pas vrij laat slapen.

Woensdag 17 juli
Na het opstaan en inpakken rijden we een rondje door Oudtshoorn. Er staan prachtige zandstenen huizen van struisvogelbaronnen. Ik wil er nog een paar op de foto zetten. Ze hebben vaak prachtige metalen versieringen/hekjes. Wij rijden ook langs het Leroux huis. Uiteindelijk parkeren we weer bij de Pick ’n Pay om nog een rondje te lopen/winkelen. Het museum staat nu prachtig in de zon. Ik wil ook graag kijken bij de winkel met de naam ‘Queen zebra’. We kopen er een set wijnglazen met de big5 (+kudu). In het winkeltje ernaast hebben ze snap-buttons. Een toiletstop bij het Queen Hotel. Mijn oog valt op een lederen handtas van struisleer in verschillende kleurtjes. Eenmaal binnen is er een nog mooiere handtas van zebraleer. Mooi, maar duur. We winkelen vooralsnog verder. Een winkeltje met hout – een schrijfboekje voor Julia en allebei een sleutelhanger en bij de stoffenwinkel een stukje om straks servetten te kunnen maken. En dan terug – voor die mooie zebratas. Ik heb hem gekocht. Genoeg geld uitgegeven – tijd om te gaan rijden. De R62 naar Calitzdorp. De R62 staat bekend als de langste wijnroute! Calitzdorp is bekend om zijn port. We rijden door het dorpje naar de wijnkelder van Boplaas. De Nel-familie maakt al sinds 1880 wijn en port, sinds kort ook brandy en whisky. In een koele ietwat donkere ruimte hebben ze een ruim assortiment om te proeven. We hadden een paring met chocolade willen doen, maar dat lijkt niet meer te kunnen. We proeven witte en rode wijn en daarna port. De Cape tawny (koperkleurig) springt eruit. In de koopjesbak ligt een witte port – goed voor de kamper op koude avonden. Twee straten verder is de Krans wijnkelder, sinds 1890 ook van de Nel familie. Als we aanrijden zien we gelijk de kleine bistro (met speeltuintje). We kunnen proeven en een hapje eten – met zicht op de wijnranken. Er hangt een fijne ontspannen sfeer en het personeel is ingenomen met de meiden en hun poppen. Pieter besteld snoekcakes, Julia chickenstrips en Lisa een kaasplankje met struispaté en salami. Ik ga van iedereen mee smikkelen. Ondertussen proeven we ook hier witte en rode wijn en port. Een heerlijke pinke port en een ‘espresso’ port springen eruit en gaan we kopen. Ook de salade dressing van port is heerlijk. Het is nog een uurtje rijden naar de camping. We rijden langs de bergen. Vandaag kamperen we bij Warmwaterberg Spa. Het is er druk. Er is nog een plekje dichtbij het zwembad, maar we staan wel een beetje scheef. Snel omkleden en naar het zwembad. Het bronwater is 43 °C en ijzerrijk. Er zijn 3 baden; koud, 35 en 38 °C. We gaan in het hete bad – heerlijk. De meiden gaan met Pieter ook in het warme bad, het wordt ze te heet. Dan weer even opwarmen. P+I eindigen met een dompel in het koude bad. Het is al kwart voor 6, we eten vanavond restjes met komkommer en tomaatjes. Douchen kunnen we wel overslaan, bovendien is het al best laat. Op de camping loopt een groep pauwen rond. De kinderen gaan dwars in bed liggen, dat is beter dan eruit rollen. Toch is Lisa wat onrustig.

Donderdag 18 juli.
We krijgen de meiden vanochtend uit bed met de belofte dat ze nog mogen zwemmen als ze opschieten. Dus pyjama uit en badpak aan, nog wel een boterham. Pieter ruimt op en ik ga met de meiden in het hete bad. Het warme bad is vannacht leeggelopen. We warmen lekker op en het zonnetje komt net op het bad. Als we komen om aan te kleden, is Pieter zo goed als klaar. We rijden terug naar de hoofdweg en daar is vrijwel gelijk Ronnie’s Sexshop. Eigenlijk is het een gewoon café, maar sinds hij die tekst aan de buitenkant schreef, stopten er mensen en nu is het een toeristische attractie. In het bargedeelte hangen de bh’s vanaf het plafond en zijn de muren vol geschreven. We drinken een kop koffie en de meiden milkshake; Julia neemt Turkish Delight, Lisa peanutbutter-banaan. Lisa vindt het toch niet zo lekker. Dan nog een foto en we gaan verder – over de R62. De eerstvolgende wijnfarm is Joubert Tradouw. Het is nog vroeg, maar op internet stond een chocolade-vijgentaart…. Helaas staat er nu dat de keuken dicht is, dan slaan we het wijnproeven ook maar over. We rijden langs de bergen naar Montagu, het is een beetje bewolkt. De Langebergen zijn mooi met een paar pieken in de zon. Montagu is een klein oud plaatsje, bekend om zijn gedroogde fruit. Montagu als merk is bekend – er is ook een winkel in iLanga. Capedry schijnt ook erg goed te zijn – daar gaan we heen. We doen daar flink inkopen: guave rolls, mango en cashewnoten. We zouden nog meer willen kopen maar we moeten het wel nog opeten voor we gaan vliegen. Daarna parkeren we bij het centrum met zicht op de mooie kerk. We lopen langs de I voor een plattegrond en lopen dan een rondje. De KWV had veel grote opslagloodsen voor wijn hier. Veel huizen in Victoriaanse stijl. Het Montagu museum zit in een kleine oude kerk en gaat over de apartheid/gedwongen verhuizingen. De gekleurde, Afrikaans sprekende bevolking, was een belangrijk deel van de bevolking en ging ook naar dezelfde kerk als de blanke bevolking. Toen de segregatie werd opgelegd en doorgevoerd werden de dorpen en de kerken helemaal uit elkaar gerukt en ontwricht. Er is ook een hoekje over inheemse kruiden. Iets verderop in Long street is het Joubert huis, het oudste huis van Montagu, uit 1853. Oude meubels en behang en 2 kruidentuinen. We lopen ons rondje af en kopen nog 2 craft biertjes van Route 62. De weg gaat nu door de bergen. Een klein tunneltje en een oud Engels fort. Door wegwerkzaamheden kunnen we er niet stoppen. We rijden tot Ashton – het begint inmiddels flink te waaien. Platform 62 heeft een oude trein locomotief buiten staan – hij lijkt op die in Barberton. Een hal met snuisterijen, een proefzaal en restaurant. Het is een verzameling van allerlei wijnboeren uit deze regio. We kunnen proeven – een enthousiaste dame die veel verteld. De meiden krijgen kinderwijn. Er is een speeltuin, maar met de wind is het best koud. Iemand van het personeel laat ze een ‘coole trick’ zien en daarna ontmoeten ze Blackie, het zwarte kuikentje. Julia loopt de rest van de tijd met het kuikentje rond, in haar handen, op de arm of in haar nek. Ze vindt het fantastisch. Ik proef witte wijn, Pieter wit en rood. Een rood bubbeltje –mmm- en een passievrucht spritzer; erg zoet. Na de alcohol moeten we wat eten. Het restaurant is niet heel bijzonder, maar het eten is verrassend lekker. Lisa heeft worstjes, Julia pizza, Pieter een struisburger en Inge een sprinkbokpie. De tijd vliegt voorbij. We rijden een stukje terug en nemen dan de R60 – nu rijden we aan de zuidkant van de Langberg. Prachtige aloë’s als een rijtje langs de kant van de weg. We slaan af bij Bushmanspad. Een stukje van de weg af – de huisjes liggen op een heuveltje net voor de bergen. De schapen lopen tussen de wijnranken. Het oogt dicht, maar als ik ga informeren kunnen we toch proeven. Een klein bedrijf; een deel van de druiven verkopen ze. Ze maken vooral rode wijn. We mogen een aantal proeven en kopen een fles van de makkelijk te drinken mix. Gelukkig is het daarna nog maar een klein stukje naar Swellendam. Via Google maps hebben we Berry guestfarm gevonden. De receptie is al gesloten, maar als we bellen komt er iemand aan gelopen. We zijn de enigen, we kunnen parkeren naast de ablutie – een beetje beschut tegen de harde wind. De eigenaar laat ons alles zien, er is een zwembad en speeltuin, iets verder hebben ze een enchanted forest gemaakt. Hij crost over het terrein met zijn motorbike. Of hij de kinderen mee mag nemen naar het bos voordat het donker wordt – met de motorbike? Ja, hoor. Lisa voorop, Julia achterop – supergaaf vinden ze het en komen een half uurtje later terug vol verhalen. Ondertussen is het eten, macaroni met struisgehakt, klaar. De wind laat de camper deinen. De deur waait met een ruk open. Geen douche vanavond, wel thee en we breken de fles witte port van Boplaas aan.

Vrijdag 19 juli
Zo snel ze het ontbijt op hebben gaan de kinderen naar buiten. Er staat nog steeds wind – maar minder dan gisteren. Het is bewolkt en fris, maar onze kinderen lopen op blote voeten. De ‘oom’ van de camping loopt ook al buiten rond en laat ze zien hoe de zipline werkt. Eerst een stukje, maar al gauw klimt Julia via het klimrek naar boven, doet de zekering om haar middel, houdt vast en gaat! Lisa vindt het even leuk en gaat dan ‘rijden’ in de oude auto. Na de afwas mogen de meiden ons meenemen naar (Lisa: ) het “struikjesbos”. De weg af lopen, dan kom je bij het bos en daar de gekleurde stenen volgen. Er staan kabouters langs het pad en er hangen metalen bordjes in de bomen met dierentekeningen. Er is ook een zipline in het bos – die willen ze ook doen, zelfs papa. Dan lopen we langs een riviertje, er is een bruggetje met de sporten ver uit elkaar. Leuk voor Julia en Pieter. Lisa wijst mij vast verder de weg. Aan het eind is de oom bezig met wat reparaties na de harde wind van vannacht. Hij neemt de kinderen op de motorbike mee terug – uiteraard met een extra rondje want zo snel lopen papa en mama niet. Terug bij de camper komen ze met een grote lach vertellen dat ze de grote zipline hebben klaar gemaakt voor papa. Er is geen ontkomen aan – Pieter moet de trappen op. En daar gaat hij – de zipline over de hele camping. Stiekem vindt hij het hartstikke leuk. Het is een fantastische camping – bovenaan de weg is ook nog een meertje om te kanoën (en een zipline!). Een aanrader: maar het is tijd om te gaan. Snel vullen we nog de watertank van de camper. We rijden Swellendam in – de derde oudste stad van ZA – na Kaapstad en Stellenbosch. Swellendam is genoemd naar gouverneur Swellengrebel (de eerste en enige gouverneur die geboren is in Zuid-Afrika) en zijn vrouw Ten Damme. De drostdij is in 1747 door de VOC gebouwd voor de landdrost. Het is nu een museum. We beginnen bij de oude gevangenis – klein en basaal. Daarachter hebben ze een openluchtmuseum van ambachten; smid, meubelmaker, leerlooierij, watermolen en vatenmaker. De drostdij ligt aan de overkant van de weg. De kamers zijn mooi ingericht; keuken, eetkamer en slaapkamers, maar ook de hofzaal en kamer van de secretaris. Van de oude tuin is bijna niets over, via een achterom kom je bij het gebouw Mayville. Ooit onderdeel van de drostdij, maar daarna vaak van eigenaar en functie veranderd. Swellendam staat vol met mooie historische gebouwen, door de wolken iets minder mooi om te fotograferen. Maar de kerk is prachtig – daar stoppen we voor een foto. Pieter zet de 3 dames af bij Sulina’s faerie sanctuary en gaat dan tanken en een paar boodschapjes doen. De feeëntuin staat helemaal vol met beeldjes van feeën, kabouters, elfjes en draken. Allerlei kleuren en maten. Elk hoekje, tussen het gras en de plantjes. Heel mooi en leuk. Er is ook een klein speeltuintje. Het begint te druppen, maar we kunnen schuilen in de paddenstoel en het pienke paleis. We eindigen het rondje door de tuin bij het huis. Binnen staan nog meer beeldjes – ook voor de verkoop. De meiden mogen elk een feetje uitkiezen. Ondertussen is Pieter klaar en gaan we Swellendam verlaten. Een klein stukje N2 en dan de R319 naar Bredasdorp. Het kleurt groen en geel – weides vol luzerne. Heel anders dan de bergen. We zijn net na 2uur in Bredasdorp en besluiten om te stoppen bij het Shipwreck museum. Rond de kust van Agulhas zijn meer dan 150 scheepswrakken. De eerste bekende is de Zoetendal in 1673. Noemenswaardig is de MS Birkenhead – waar de vrouwen en kinderen als eerste werden gered. En de Arniston, waarnaar het nabijgelegen plaatsje is vernoemd. Ze hebben diverse dingen gered en opgedoken: boegbeelden, porselein en munten. Buiten is een monument met allerlei ankers. Dan het laatste stukje, af en toe met regen, naar Agulhas. Wij zijn in eerste instantie de enige op de camping – later komt er een truck. De camping is vlak bij zee – we lopen een klein blokje in de koude wind. Het is hoogwater. Er is vlakbij een zeezwembad en natuurlijk de vuurtoren. We gaan opwarmen met warme chocomel en daarna eten we soep met broodjes. Het wordt donker en de vuurtoren gaat aan – we kunnen het vanuit de camper zien. Ik ga douchen terwijl de rest afwast – het duurt erg lang voordat het water warm wordt. Regen en harde wind – echt weer voor een ruige kust. De camper deint mee. De meiden naar bed en ik probeer (tevergeefs) bij te schrijven.

Zaterdag 20 juli
Uitslapen tot bijna 8 uur. De zon en regen wisselen elkaar af – soms is er een stukje regenboog, even zien we een hele, te zien pal boven de vuurtoren. We gaan naar de vuurtoren. Het is 71 treden steil omhoog op rechte trappen – de laatste niet meer dan een ladder. Maar dan staan we boven op de vuurtoren met uitzicht op het dorpje en de oceanen. De vuurtoren was de derde langs de ZA-kust, in gebruik genomen in 1849. Gezien alle scheepswrakken geen overbodige luxe. Hij is tot 31 zeemijlen zichtbaar. Geïnspireerd door Egyptische bouwstijl. Bij de vuurtoren is een klein, maar zeer informatief museum. Het is maar een klein stukje rijden en lopen tot de eigenlijke punt van Cape Agulhas – het meest zuidelijke puntje van Afrika. En daarmee ook de overgang van de Indische en de Atlantische oceaan. Het zonnetje breekt door (heerlijk). Er is een monument aangelegd. Een topografische reliëf kaart van Afrika met de vier kompasrichtingen. Heel mooi gedaan en een gepuzzel om bergen, meren en rivieren te herkennen. Door de regen van vannacht is heel Afrika nat! Uiteraard maken we ook foto’s, van Afrika en het zuidelijkste punt. We lopen een stukje over de boardwalk door het fynbos langs de kust. Ik ontdek nog een klein muisje – met een streep op de rug. We rijden nog een stukje verder richting Suidstrand en zien een scheepswrak – de Meisho Moru 38 – vastgelopen in 1982. Daarna rijden we naar Struisbaai – soms is er een rog in de haven, maar vandaag is ‘Porry’ niet te zien. We wandelen naar de pier waar mensen vissen. Het zand van het strand is op de pier gespoeld. We rijden verder, terug tot bijna Bredasdorp. We stoppen langs de kant van de weg voor een broodje, dan nemen we de R43 via Elim. Elim is een klein missiedorpje met veel rieten daken. In de lente hebben ze veel en verschillende bloemen. We rijden door de bergen en dan kunnen we de zee bij Gansbaai zien. We stoppen bij Strandskloof camping. Ruim, groen en netjes. De kinderen maken meteen vriendjes en verdwijnen naar de speeltuin. Tijd om te poetsen, vegen en een lapje door de camper. Met een craft biertje, Cango lager, lezen we wat informatie folders door. Ik doe nog een poging om de schelpjes schoon te maken en op te ruimen. Pieter gaat op tijd eten koken – misschien kunnen we daarna nog naar het warme zwembad. Als het eten klaar is, komen de meiden niet eten, ze gaan pannenkoeken eten met hun nieuwe vriendjes. Rustig eten met zijn tweeën, dan nemen we er ook een glaasje wijn bij. Als de meiden terugkomen kleden we ons om, het is inmiddels al donker en flink afgekoeld. We hebben pech – het zwembad is al afgedekt. Geen zwemmen, wel douchen en haren wassen. Bedtijd, schrijven met een portje en dan ook bedtijd voor ons.

Zondag 21 juli
We kunnen vanochtend rustig aan doen. Lisa is uiteraard als eerste wakker. Ze kruipt naast mij, maar ligt niet stil. Rond 8 uur kruipen Pieter en Lisa eruit. Na het ontbijt gaan ze meteen spelen met hun vriendjes, twee meisjes Mia (5) en Hailey (2); iets jonger dan hen. Dat betekent dat Pieter rustig afwast en ik achter in de camper kruip in het zonnetje met een kopje koffie (of 2). Om 10 uur roepen we de meiden voor tandenpoetsen en een laatste plas. Het is maar een kwartiertje naar Gansbaai. We stoppen bij de apotheek voor iets tegen zeeziekte. Er is nog tijd om een klein rondje te rijden langs de camping en de haven. Dan naar Birkenhead en Danger Point. Het kleine plaatsje Birkenhead is genoemd naar het schip dat er zonk in 1852. Iets verderop staat nu de vuurtoren van Danger Point. Een gevaarlijke rotspunt net ten zuiden van Gansbaai. We rijden naar het volgende plaatsje Kleinbaai. Bij het ‘great white house’ melden we ons voor de Marine Big 5 boottocht. Getipt door Luzanne, online opgezocht en geboekt. We worden ontvangen met (lauwe) koffie en een bran-muffin. We krijgen een introductiepraatje. In de regio komen 3 soorten dolfijnen voor: Common (zwart-wit), Bottlenose en Humpbacked. En drie soorten walvissen: Humpback, Southern Right en Bryce. De Marine Big 5 is Walvis, Haai, Pinguïn, Dolfijn en Zeehond. We krijgen een korte veiligheidsinstructie. De boot is er – we moeten gaan. Iedereen een reddingsvest aan en 200 meter lopen naar de mini-haven. Het is meer een inham tussen rotsen dan een haven. Er zijn meerdere bedrijven en boten en vandaar de haast – ze mogen niet echt aanleggen. Kinderen (met ouders) als eerste. Als ik de boot inspring raakt mijn knie een metalen punt van de bank – dat doet erg veel pijn, de tranen staan in mijn ogen. Iedereen moet zitten – de kinderen in het midden. Dan gaan we de haven uit en richting Danger Point. Voorbij Danger Point wordt de zee/golven ruiger. Maar we mogen niet klagen, blauwe lucht, zon en weinig wind, de zee is heel kalm. Morgenmiddag komt het volgende stormfront – het is letterlijk de stilte voor de storm. De gidsen vinden ‘footprints’ van een walvis – vlakke stukken op de zee. En dan …… gevonden! 2 Humpback Whales. Ze komen af en toe boven en gaan dan weer onder. De boot probeert ze bij te blijven, toch verrassen ze ons, soms zijn ze rechts dan ineens links van de boot. Ze springen niet, maar we krijgen wel de staart te zien. Eerder zagen we een zogenaamde bait ball. Een groep visjes bij elkaar, we zagen de visjes zelf niet, maar wel de groep vogels die het midden op zee aantrok. Er zwemmen ook een paar pinguïns. Daarna gaan we naar Geyser Island – een eiland vol Cape furseals. Ze liggen te zonnen op het eiland en spelen in het water. De stank schijnt niet van de zeehonden te komen, maar van poeltjes stilstaand water op het eiland. We varen langs Dyer Island met zijn pinguïns. Niet zo goed te zien, er wonen nog steeds mensen op het eiland, met name biologen/onder-zoekers. We gaan naar de plek waar de boten voor Shark cage diving verzamelen. We kijken met ze mee. We kunnen dichtbij komen bij de zusterboot, maar er liggen wel 4 boten. Dat ‘duiken’ is kopje onder in een kooi die tegen de boot aanligt. Ze lokken de haaien, met bloed en geurstoffen, maar voeren niet. Toch is het omstreden. Een van de boten heeft succes – we zien een haaienvin van een Great White Shark. Blijkbaar schrikken ze van de motoren van een boot – wij jagen ze dus enigszins weg voor de anderen. Lisa en ik hebben er geluk mee, er zwemt er eentje voor langs, onder water maar we kunnen het silhouet mooi zien. We zijn inmiddels twee uur op het water – tijd om terug te keren naar de haven. Dit was de tweede en laatste boottocht vandaag, de boot gaat uit het water. Makkelijk uitstappen. Ik hobbel nog behoorlijk. Terug bij het ‘huis’ krijgen we heerlijke groentesoep met een broodmuffin. Wij nemen nog een tweede kop. De kinderen spelen en wij praten na, een kijkje in het winkeltje en dan is het al 4 uur. We gaan met de camper naar Gansbaai, de camping is zeer basic, maar aan de zee. Er is een klein speeltuintje en de meiden gaan gelijk spelen. Ik klim achterin met mijn pijnlijke dikke knie. Pieter gaat naast de camper zitten in het zonnetje, met een biertje. Net na vijven lopen we allemaal naar de ingang van de camping – daar vandaan heb je het mooiste zicht op de kustlijn naar Hermanus en daarachter het Kaapse schiereiland. En daar gaat de zon onder. Vanavond eten we restjes. Daarna spelen we nog een spelletje UNO. De meiden zijn nog helemaal vol van de boot. Julia vond de walvis mooi en Lisa blijft praten over de big white shark.

Maandag 22 juli
Uitgeslapen tot half acht. We zien, horen en voelen dat de wind terug is. Julia gaat na het ontbijt meteen naar buiten, Lisa volgt. Ze gaan naar de speeltuin, maar die wordt al snel verruild voor de honden van de poetsjuf. Om negen uur rijden we weg, terug naar de rand van Kleinbaai. Daar is APSS, African Pinguin and Seabird Sanctuary. De African penguin is bedreigd, dit is de opvang waarna ze na 4 weken weer worden vrijgelaten. De ruimte van de opvang heeft één-richtingsglas, zodat de bezoekers de dieren wel kunnen zien, maar zelf niet gezien worden. Op dit moment hebben ze 3 jonge en 2 volwassen pinguïns. Eentje heeft een paars verbonden voetje. Ze geven informatie, er is een klein winkeltje en koffiehoekje. Ik vind een leuk Hooligans shirt voor Lisa met een Whale, Shark en Penguin, dus Julia wil ook iets – ze kiest een Pinguïn knuffeltje. Heel praktisch – een RVS-rietje – en dus herbruikbaar. We nemen koffie met een brownie met zicht op de pinguïns. Als we verder gaan, volgen we de R43, voorbij De Kelders gaat deze weg landinwaarts naar Stanford, we rijden langs het Walker Bay Nature Reserve met duinen en fynbos. Daarna rijden we langs Kleinrivierlagoon naar Hermanus. We parkeren bij Geering’s Point en lopen een stuk van de Cliff Path richting de nieuwe haven. Het is een prachtige wandeling langs de rotsen met zicht op de baai. Het waait, maar het zonnetje schijnt. Mijn knie voelt het, maar het lukt. Terug lopen we over de straat. We halen iets te eten/snoepen bij de camper en lopen dan verder. Hermanus is beroemd om de Southern Right Whale die in de baai zijn kleintjes krijgt tussen juni en december. Maar vandaag laten ze zich niet zien. Er is een klein Whale museum – mooi gedaan met uitleg over de verschillende soorten walvis, hun grootte en gedrag. Ernaast is een klein fotomuseum met oude foto’s – daar lopen we snel doorheen. Een paar inkoopjes bij de Pick ’n Pay en dan gaan we weer rijden. Je komt vrijwel onmiddellijk in de ‘hemel en aarde’ vallei. We vinden, in een heel modern pand, de wijn’boerderij’ Hermanuspietersfontein. Hpf sinds 1855 – dezelfde initialen als Pieter (phf). Dat vond ik zo leuk – daar moeten we heen. We kiezen allebei een (ander) proefrijtje. De wijnen hebben prachtige namen: Bloos, kaalvoet meisie, swart skaap en skoonma. Een plankje met kaas en vlees om van te snacken. We krijgen de topwijn ‘die arnoldus’ ook te proeven als extraatje. De meiden krijgen een zonnebril en lippenbalsem met het schaapje logo. Het is een hele modern ingerichte zaal met jaren ’90 muziek. Weer een heel andere ervaring. De wijn is lekker, maar komt bij mij hard aan. We kopen een fles Kleinboet. Lijkt me leuk om die op Pieters verjaardag open te maken. Het is gelukkig maar een klein stukje naar de camping in Onrus, ca 2 km.
We staan aan de zee, maar heel beschut onder bomen. De wind neemt steeds meer toe, er is een storm voorspeld voor morgen, met sneeuw in de bergen! Ik ben melig geworden en heb dikke lol, een rondje frisse lucht met Lisa over de camping helpt. Ondertussen heeft Pieter gekookt: aardappelpuree, butternut en struisreepjes. Dat smaakt goed. Als toetje chocola. Ik ga met Lisa douchen en Pieter + Julia doen de afwas. Thee, schrijven en een wijntje.

Dinsdag 23 juli
We doen rustig aan, want het is koud en nat. Dan merkt Pieter dat het dekbed van de kinderen nat is, het blijkt te lekken langs het dakraampje. We proberen het op te lossen, maar het is een constant gedrup, de handdoeken zijn inmiddels aardig nat als ‘opvang’. Pieter belt met het noodnummer van Maui – ze zullen een monteur regelen en ook schone handdoeken. Er wordt nog een paar keer over en weer gebeld over waar. Ondertussen heb ik een sms van de bank over een mislukte transactie, maar ik lag om 1 uur vannacht toch te slapen? Een telefoontje met de bank, het blijkt een internetbetaling – niet door mij. Ik wordt doorgelinkt naar de fraudeafdeling, maar die nemen niet op. We pakken in en gaan rijden. Een stukje R43 langs de Botrivierlagune en dan de R44 door Kleinmond. Het regent en waait hard – Pieter heeft moeite om recht te rijden – de camper vangt veel wind. Betty’s bay schijnt een pinguïnkolonie te hebben maar het is verschrikkelijk weer – niet voor vandaag. Vanaf Rooi Els loopt de weg vlak langs de kust en de bergen. Gelukkig is het bijna droog – de weg gaat deels omhoog, over de kliffen omhoog. Het is heel mooi – blij dat we deze route hebben gekozen. We zijn net voor twaalven in Gordon’s Bay. We hebben afgesproken aan de Beach, bij de Spur met de mechanic van Maui. Hij komt gelukkig na een minuut of 10. Hij heeft een volledige set schoon beddengoed en handdoeken bij zich, niet echt nodig maar wel lekker. Er is geen echte reparatie voor de lekkage, het is een fout in de constructie. Er zit een geul rond het dakraam die volloopt met regen – de oplossing: met de voorwielen op een houten blok parkeren zodat je net niet recht staat en het water naar achter afloopt. Wij zijn niet overtuigd van de oplossing, maar zullen het proberen. Buiten klaart het iets op, de wolken zitten nu hoger. Pieter wil graag de Sir Lowry’s Pass rijden. Dus nemen we een kleine weg naar de N2. De pass gaat in een zigzag de berg op en er daarna weer af. Het is mooi, aan de andere kant beneden draaien we om en rijden we het nog een keer. Op het hoogste punt is een viewpoint met parkeerplaats. Je hebt zicht op de Hottentots-Holland bergen en Gordon’s Bay en Strand. We zigzaggen terug naar beneden en vervolgen de N2. We slaan af naar de kust bij de R310. We rijden langs Khayelitsha – de ‘sloppenwijk’ van Stellenbosch. Het is enorm groot met allemaal kleine huisjes van golfplaten. Gebouwd in de duinen, overal zand. Indrukwekkend – het laat de aantrekkingskracht van de Kaap zien. Een klein stukje verder is dan Wolfgat natuurgebied. Dan raak je een puntje van Mitchell’s Plain – dat heeft een nog slechtere reputatie dan Khayelitsha. Voor je het weet rijdt je al door Strandfontein, dat er best redelijk uitziet. De laatste kilometers gaat de weg zo ongeveer over het strand. Er is een vlak strand aan je linkerhand en 1m hoge duintjes rechts. Dan zijn we in Muizenberg, de camping is iets aan de oostkant, niet aan de zee, maar aan de Sandvlei lagune. Even zoeken door de woonwijk, zoals verwacht is het bijna verlaten. Voor 158 Rand kun je niet veel verwachten, de ablutie is basic maar schoon. We parkeren daarbij in de buurt – want het is op en af droog. De kinderen gaan toch rondrennen en spelen. De wind is weer toegenomen. We gebruiken de middag op de camping om de belasting aangifte (ZA) te doen en er is een bod op ons huis van R620.000 – veel lager maar ‘cash’ dus waarschijnlijk sneller dan met een hypotheek.
Er is een andere meneer bij de camping aangekomen, die in een truck een wereldreis maakt, hij is van Cairo naar Kaapstad gereden. We eten salade met de heerlijke portdressing. Daarna warme chocomel en bedtijd. Ik heb geen zin om te schrijven en ga lekker Wilbur Smith lezen.
Hiermee komt het eerste deel van de Wine route tot zijn einde. Binnenkort meer.

https://photos.app.goo.gl/ywBuP6pi2uZQEdUw7

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Inge en Pieter

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 73
Totaal aantal bezoekers 73479

Voorgaande reizen:

01 Januari 2020 - 01 Januari 2050

zeebje in Cuijk

25 Augustus 2011 - 01 April 2014

wonen en werken in Hlabisa

27 December 2009 - 16 Januari 2010

kleurig India

11 November 2008 - 14 December 2008

afwisselend Suriname

23 Augustus 2007 - 08 Januari 2008

co-schap in Techiman

01 April 2014 - 30 November -0001

wonen en werken in Barberton

Landen bezocht: